Bestuurders van bij het Samenwerkingsverband VO22.03 betrokken scholen zetten maandag hun handtekening onder afspraken die moeten leiden tot inclusiever onderwijs. Dat deden ze onder toeziend oog van bijna tweehonderd bestuurders, docenten, vertegenwoordigers van gemeenten en andere belangstellenden. Directeur en dagvoorzitter Erik van de Waeter is ‘dankbaar’ voor de grote opkomst in Theater de Meenthe. “Dat zegt iets over jullie bevlogenheid en geeft veel vertrouwen voor de komende jaren.”
Want er staat veel op het programma. Het Nederlandse onderwijs wordt inclusiever. Alle leerlingen moeten zich thuis voelen in een onderwijsomgeving waar talenten in alle kleuren en vormen worden erkend en waar iedereen de kans krijgt om te bloeien. “Als ik tien mensen vraag wat inclusief onderwijs is, krijg ik vermoedelijk tien verschillende antwoorden. Maar in eerste instantie is het vooral heel goed onderwijs”, zegt Ton Sebens. Hij is voorzitter van het dagelijks bestuur van Samenwerkingsverband VO22.03, waarin regionale scholen de handen ineen hebben geslagen.
In dit verslag geven we je met beelden een impressie van de bijeenkomst. De tekst gaat door onder de foto’s.
Een lang proces
Sebens nuanceert het beeld dat het onderwijs op de kop gaat. “Inclusief onderwijs is een lang proces dat bestaat uit veel kleine stappen. Die tijd moeten we elkaar gunnen. We zetten echt niet ineens een heel andere koers in: het belang van kinderen en jongeren staat voorop. Wel moeten we tijdens het proces onderzoeken of onze structuren houdbaar zijn voor de lange termijn. Bieden we leerlingen de ondersteuning die ze nodig hebben?”, vraagt Sebens zich af. Hij ziet ‘een rode draad’ in de zaal. “Kijk eens links en rechts van jullie: dan zie je experts die het beste willen voor hun leerlingen. Die experts hebben we keihard nodig. Belangrijke stappen richting inclusief onderwijs worden in de klas gezet.”
Bovenstaande video, ‘Er zijn kinderen’ van van Anouk Saleming en Bart van Rosmalen, liet Erik van de Waeter tijdens de start van de bijeenkomst zien.
Lezing Bert Wienen
Na de inleiding van Sebens houdt Bert Wienen een lezing. Hij is associate lector bij Hogeschool Windesheim en oprichter van het Instituut voor Inclusief Onderwijs en schrijver. Vorig jaar verscheen zijn boek ‘Van individueel naar inclusief onderwijs’. Wienen begint met een eigen ervaring. Als jongere moest hij na een fietsongeluk opnieuw leren lopen. “Wat me vooral is bijgebleven is die machtig irritante fysiotherapeut. Als ik dacht dat ik twee treden op een trap moest beklimmen, zei hij dat ik helemaal naar boven moest. Die weerstand zorgde er wél voor dat ik weer goed kon lopen.”
De school als ziekenhuis
Wienen trekt paralellen met het onderwijs. Dat haalt in zijn beleving veel te veel weerstanden weg voor leerlingen. “Een school lijkt steeds meer op een ziekenhuis: daar zit de afdeling prikkelbaar, daar de afdeling dubbel bijzonder en daar de afdeling die weer een andere behandeling nodig heeft. Maar met het wegnemen van de weerstand, stel je ook de verwachtingen naar beneden bij”, zegt Wienen, die een uitspraak van schrijfster en sociologe Ashley Frawley aanhaalt: ‘De nadruk op mentale kwetsbaarheid van jongeren is contraproductief. Een zorgzame samenleving zorgt voor hoop en optimisme, zet in op kansen bieden zodat jongeren zich positief kunnen ontwikkelen en floreren.’
Steeds meer FOP-stoornissen
“Weten we van gekkigheid nog wel wat normaal is?”, prikkelt Wienen zijn toehoorders. Hij beschrijft de wereld waarin jongeren zich staande moeten houden. Waar vrij recent 1 op de 27 jongeren ondersteuning van Jeugdzorg kreeg, ligt die verhouding nu bij 1 op 6. Ook toont onderzoek een enorme toename in FOP-stoornissen aan (faalangst, onzekerheid en perfectionisme). Volgens Wienen komt dat omdat veel kinderen zich meten aan de perfecte beelden op social media. Ook leven ze in een prestatiemaatschappij. Docenten moeten daar ook rekening mee houden, vindt Wienen. “Als we op vrijdagavond nog even een toets nakijken, zetten we de cijfers ook meteen in Magister. Dan heb je drie leerlingen die teleurgesteld het weekeinde ingaan. Vreemd toch? Je wilt ook niet dat je leidinggevende op vrijdagavond nog even belt. Ook dit maakt onderdeel uit van inclusief onderwijs.”
Goed in labels plakken
Het onderwijs moet zich meer verdiepen in leerlingen, stelt Wienen. Hij tipt uitspraken van premier Rutte aan. Die bezocht na de coronarellen ouders van rellende jongeren, maar had geen interesse in de sociale achtergrond. Volgens hem waren de relschoppers ‘een stelletje criminelen’. Het onderwijs is ook goed in labels plakken, vindt Wienen. “We vinden snel dat leerlingen gedragsproblemen vertonen, een stoornis hebben of niet gemotiveerd zijn. Als we kunnen zeggen dat jongeren ergens voor behandeld moeten worden, schuiven we meteen de schuld bij ons zelf vandaan.”
Paardenbloemen
Volgens Wienen moet het onderwijs ‘leren’ weer als uitgangspunt gaan beschouwen. Dat leidt uiteindelijk tot ‘welbevinden’ van de leerlingen. Hij eindigt zijn verhaal met een vergelijking. “Kinderen zijn als bloemen. Sommigen zijn paardenbloemen: die groeien onder alle omstandigheden. Anderen zijn orchideeën: die bloeien alleen als je de juiste omstandigheden creëert en ze veel tijd en aandacht geeft. Misschien maken we in het onderwijs van leerlingen wel het liefste allemaal paardenbloemen.” Tot besluit doet Wienen een oproep: ‘Wees trots op je vak van pedagoog.”
Over het proces
Met zijn Instituut voor Lokaal Onderwijs begeleidt hij de komende drie schooljaren de regionale scholen. Bij dit traject staat het contextuele model van inclusief onderwijs voorop. “Onze focus ligt niet op wat leerlingen ‘nodig hebben’, maar vooral op hoe we met professionele pedagogische en didactische kennis de onderwijscontext kunnen aanpassen, zodat meer leerlingen hiervan profiteren”, legt Willeke Doornbos uit. De komende maanden wijzen deelnemende scholen twee medewerkers aan die zich gaan bezighouden met Kwaliteitsaanpak en Actieonderzoek “Dat moeten bij voorkeur mensen zijn die kennis en ervaring hebben van kwaliteitszorg in het voortgezet onderwijs en toegang hebben tot de data van scholen en het samenwerkingsverband. Ook moeten ze een dagdeel in de week beschikbaar zijn voor dit proces”, legt Gonnie Niemeijer uit.
Belangrijke stap voorwaarts
Deze medewerkers komen op 22 april bij elkaar voor een voorlichtingsbijeenkomst. Daarna volgt op 17 juni een officiële startbijeenkomst, waarna de begeleiding in het nieuwe schooljaar van start gaat. Erik van de Waeter kijkt met vertrouwen vooruit. “De opkomst van vandaag laat zien dat we allemaal het belang van dit onderwerp inzien. Nu is het tijd om samen aan de slag te gaan. En dat betekent voor alle jongeren in onze regio een belangrijke stap voorwaarts.”
Wil je meer weten over het traject dat we samen in gaan?
Bekijk dan het Koersdocument Op weg naar inclusiever onderwijs (pdf).
Tekst: Erik Driessen
Foto’s: Kim Kok