Tijdens het visitatiegesprek op SG Eekeringe van afgelopen schooljaar is uitgebreid stilgestaan bij het thema leerlinggedrag en de manier waarop we daar binnen Eekeringe naar kijken. Op verzoek van het Samenwerkingsverband delen we in deze nieuwsbrief onze uitgangspunten en ervaringen op dit gebied. We realiseren ons dat dit slechts een deel van onze aanpak belicht, en dat het ontbreken van bepaalde details mogelijk vragen oproept. Uiteraard staan we open voor verdere toelichting en nodigen we u van harte uit om bij vragen contact met ons op te nemen.
Met het uitgangspunt dat goed onderwijs verder gaat dan een focus op het behalen van een diploma is SG Eekeringe gelukkig geen uitzondering in onderwijsland. Net als elke andere school bereiden we onze leerlingen voor op een volgende stap in hun leven. Om deze vervolgstap succesvol te laten verlopen is er in onze ogen meer nodig dan het behalen van een diploma. Voor de brede ontwikkeling van onze leerlingen zijn de doeldomeinen persoonsvorming en socialisatie net zo belangrijk (Biesta, 2012).
Een mooi streven dat nagenoeg in al onze beleidsstukken terug te vinden is, maar waarvan de vertaling naar het primaire proces een serieuze uitdaging is. Daarvoor maken we gebruik van een andere bepalende factor, waar we met betrekking tot de realisatie van goed onderwijs rekening mee hebben te houden, namelijk leerlinggedrag. Binnen Eekeringe werken we vanuit de overtuiging dat passende aandacht voor de verschillende vormen van gedrag bijdraagt aan de vormgeving van een krachtige, voorspelbare en veilige leeromgeving (Sugai & Horner, 2002). Om effectief om te gaan met leerlinggedrag, onderscheiden we binnen Eekeringe drie niveaus van benaderen:
- afspraken, verwachtingen en interventies die voor alle leerlingen gelden
- aanvullende benadering bij risicogedrag van leerlingen
- specifieke, doelgerichte interventies op maat voor leerlingen die verhoogd risicogedrag laten zien
Dit onderscheid helpt ons om leerlinggedrag te duiden, op waarde te schatten en in te zetten ten behoeve van persoonlijke groei. Ook risicogedrag valt hieronder. Daarbij doelen we op gedrag dat (mogelijk) ten koste gaat van het fysieke, mentale, sociale of emotionele welzijn van leerlingen en/of dat van hun omgeving. Gedrag dat kan voortkomen uit bijvoorbeeld groepsdruk, nieuwsgierigheid, verveling, een moeilijke thuissituatie, of het zoeken naar grenzen en identiteit (Van der Wolf & Everaert, 2005). Het uitgangspunt is dat situaties als gevolg van dergelijk gedrag binnen Eekeringe niet in de eerste plaats als lastig en ongewenst worden bestempeld, maar als een leermoment worden beschouwd. Deze ervaringsgerichte benadering biedt ons meer mogelijkheden om in te springen op de pedagogische ondersteuningsbehoefte van een leerling en versterkt de basiskwaliteit van ons onderwijs.
De norm die wij binnen de school ten aanzien van regels, afspraken en verwachtingen voor ogen hebben staat echter niet ter discussie. Als de norm overtreden wordt, dan zal daar op gereageerd worden. Centraal daarbij staat de focus op contact en verbinding door het voeren van het juiste gesprek. Dit in plaats van tolereren, negeren of disciplineren. Het uiteindelijke doel van het gesprek is het ondersteunen van leerlingen in het hervinden van passend gedrag en/of het eigen maken van alternatieve gedragsmogelijkheden. Het gaat hierbij niet om de schuldvraag, maar om het reflecteren op eigen gedrag en het voorkomen van een vergelijkbare situatie in de toekomst (Korthagen & Vasalos, 2005).
We hebben hoge verwachtingen van onze leerlingen en gaan ervan uit dat zij, met of zonder extra ondersteuning, verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen gedrag of op een adequate manier voor zichzelf kunnen opkomen. Om de daarvoor benodigde vaardigheden eigen te kunnen maken is het bieden van ondersteuning in plaats van sanctioneren voorwaardelijk. Het is van belang dat de leerlingen veiligheid, oprechte betrokkenheid en succesbeleving ervaren en dat Eekeringe als een positieve oefenplaats wordt beleefd. Het ervaren om gezien, gehoord en gewaardeerd te worden maakt dat de neiging om ongewenst gedrag te vertonen afneemt.
De positieve effecten van deze geïntegreerde, schoolbrede benadering van leerlinggedrag worden binnen Eekeringe steeds vaker zichtbaar. Desondanks zullen we te maken blijven houden met complexe situaties die het nodige van de medewerkers vragen. Het is van belang dat we daarbij terug kunnen vallen op een stabiele basis in de vorm van een herkenbare structuur. Deze structuur draagt zorg voor een voorspelbare werkomgeving waarin effectief gehandeld kan worden en medewerkers zich gesteund voelen bij uitdagingen rondom leerlinggedrag. Kenmerkend zijn onder andere de duidelijke richtlijnen, vastgelegd in protocollen en afspraken plus vaste overlegstructuren. Verder spelen de versteviging en verdieping van ondersteunende rollen als die van de (leerling-)coaches, leerjaarcoördinatoren en de ondersteuningscoördinator een grote rol. Het consequent gebruik van systemen zoals Magister voor het registreren en monitoren van leerlinggedrag en andere signalen zorgt voor overzicht en inzicht met betrekking tot patronen, voortgang en andere aandachtspunten.
Het onderliggende uitgangspunt is dat een probleemsituatie of knelpunt, ook vanuit de invalshoek van de professional, wordt gezien als een leermoment en een startpunt voor ontwikkeling. De hiervoor ingerichte “infrastructuur” maakt dat de medewerkers ondersteund worden bij het reflecteren op eigen handelen, nieuwe inzichten oefenen in hun werkpraktijk en verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen groei. Op deze manier draagt leerlinggedrag rechtstreeks bij aan professionalisering van het team en de school als organisatie. Het resultaat is dat medewerkers steeds vaardiger worden in het omgaan met uiteenlopend gedrag van leerlingen, vaker passende antwoorden hebben op probleemsituaties of deze weten te voorkomen. Dit groeiende vertrouwen en succes leidt tot meer veerkracht, creativiteit en lef. Daarnaast leidt deze benadering tot een hoger werkplezier bij professionals, doordat er binnen de school een cultuur van aandacht voor elkaar, onderlinge steun en groeiende vaardigheden heerst. De positieve effecten hiervan komen ten goede van de kwaliteit van ons onderwijs.
Door bewust te zijn van de waarde van leerlinggedrag en hier actief op in te spelen gaat er naast een pedagogische en professionele ontwikkeling van deze benadering een preventieve werking op risicogedrag uit. Deze wisselwerking draagt bij aan het realiseren van een positieve, voorspelbare en motiverende leeromgeving met duidelijke verwachtingen. Dit zorgt ervoor dat leerlingen zich veiliger voelen, sociaal vaardiger gedragen en betere leerresultaten behalen. Risicogedrag wordt eerder gesignaleerd en ondervangen, terwijl escalaties vaker worden voorkomen doordat er tijdig alternatieven worden gevonden.
Wij zijn ervan overtuigd dat onze benadering van leerlinggedrag heeft bijgedragen aan de hoogste scores die we tot nu toe hebben behaald in de tevredenheidsonderzoeken van zowel leerlingen als ouders. Bovenal zijn we er trots op dat onze benadering ons in staat stelt leerlingen in moeilijkheden op een passende manier te begeleiden, terwijl we hen tegelijkertijd ondersteunen in hun brede ontwikkeling, zodat zij aan het einde van hun tijd op Eekeringe goed voorbereid zijn op de volgende stap.
Namens het Team SG Eekeringe,
Stefano Caria, afdelingsleider onderbouw.